Geen aangifte vennootschapsbelasting: hogere boetes
Een vennootschap die geen aangifte indient, wordt belast op een forfaitair bedrag dat door de wet wordt bepaald. Bovendien is er een boete verschuldigd die hoger wordt als het meer dan één keer gebeurt. Wanneer is er sprake van recidive in dit geval?
Minimale belastbare basis
Als een vennootschap haar aangifte te laat indient of helemaal niet indient, dan heeft dit heel wat gevolgen.
In eerste instantie kan de belastingadministratie een zogenaamde 'aanslag van ambtswege' vestigen. Dit houdt in dat de belastingadministratie een inschatting maakt van de inkomsten waarop ze de vennootschap zal belasten. Het is dan aan de vennootschap om aan te tonen wat het exacte bedrag is waarop belastingen verschuldigd zijn (lees: de vennootschap moet al haar kosten tot in detail aantonen). Bovendien heeft de belastingadministratie meteen een langere termijn om de fiscale toestand te onderzoeken en wijzigingen aan te brengen. En last but not least, kan de administratie sancties opleggen, onder de vorm van belastingverhogingen en/of boetes.
De aanslag van ambtswege kan gevestigd worden op een belastbare basis die volledig forfaitair bepaald wordt. Tot boekjaar 2019 was het bedrag van die belastbare basis gelijk aan 34.000 euro. Vanaf boekjaar 2020 bedraagt de minimale belastbare basis, in geval van niet-aangifte of in geval van laattijdige aangifte, 40.000 euro. Het bedrag werd verhoogd omdat het standaardbelastingtarief daalt (van 29% naar 25%).
Boete
Sinds 5 september 2019 zijn er ook bijkomende boetes verschuldigd in geval van recidive. Als u 1 keer uw aangifte laattijdig indient of niet indient, dan krijgt u dus een aanslag die gevestigd is op de bovenvermelde 34.000 of 40.000 euro.
Gebeurt dat binnen een bepaald tijdsbestek opnieuw, dan betaalt u bovenop de nieuwe aanslag een boete die gaat van 25% tot 200%.
De exacte boeteschaal ziet er als volgt uit:
25% in geval van een tweede inbreuk;
50% in geval van een derde inbreuk;
100% in geval van een vierde inbreuk;
200% in geval van een vijfde inbreuk of een daaropvolgende inbreuk.
Wat is recidive?
De fiscus zal een vorige inbreuk pas negeren als die ouder is dan 5 jaar. Concreet: stel dat u de aangifte laattijdig indient in 2019 (aanslagjaar 2019), dan mag dat niet meer gebeuren tot in 2024 (aanslagjaar 2024). Als u in 2023 opnieuw laattijdig of niet indient, dan wordt de overtreding van 2019 terug opgepikt en begaat u in 2024 een tweede inbreuk.
| 17.12.2020:
Consumptiecheques: een cadeau met vraagtekens
Met de zogenaamde Corona II–wet voerde de regering de zogenaamde consumptiecheque in. Een niet-belastbaar voordeel voor werknemers maar wel met heel wat beperkingen en voorwaarden.
Lees meer
| 14.12.2020:
De bedrijfsfietsen worden niet gebruikt… hoe zit dat fiscaal en sociaal?
Enkele jaren geleden besliste de wetgever om het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer aan te moedigen. Wie met zijn eigen fiets naar het werk pendelt, kan van een belastingvrije vergoeding genieten en het voordeel verbonden aan de bedrijfsfiets wordt zo min mogelijk belast. Maar door corona moeten de werknemers niet naar kantoor. Heeft dat een impact?
Lees meer
| 08.12.2020:
Fiscale gevolgen voor zelfstandigen van uitstel van betaling van sociale bijdragen
De vorige regering besliste om zelfstandigen uitstel van betaling te verlenen voor de betaling van hun sociale bijdragen. Maar wat is de impact daarvan op de fiscale aftrekbaarheid van die bijdragen?
Lees meer