Beroepskostenforfait ook voor zelfstandigen
Bent u zelfstandige ondernemer, dan kunt u vanaf aanslagjaar 2019 uw beroepskosten forfaitair aftrekken. Tot nu toe kon dat niet, omdat tegen winsten alleen werkelijke bewezen beroepskosten konden worden afgezet. Vanaf nu kunt u als ondernemer wel kiezen voor het forfait.
Een forfait
Voordeel van een beroepskostenforfait is dat u niet moet bewijzen wat uw werkelijke kosten zijn, het is dus niet nodig om bonnetjes, facturen en andere bewijsmiddelen bij te houden.
U mag maximaal 30 % van uw winst als beroepskost aftrekken, met een absoluut maximum van 4.720 euro (aj. 2019) of 4.810 euro (aj. 2020). Wie zijn werkelijke kosten bewijst, is niet aan dat maximum onderworpen. Dat is dan weer een voordeel van het bewijzen van de werkelijke kosten.
Twee activiteiten, twee forfaits
Heeft u twee verschillende beroepsactiviteiten, dan mag u tweemaal het forfait toepassen. Bv. u heeft een deeltijdse job als werknemer waarvoor u een bezoldiging ontvangt en een zelfstandige activiteit in bijberoep waarmee u winst behaalt. Dat is een groot voordeel, want u kunt dan tweemaal het maximale forfait benutten.
Voorbeeld
U heeft in 2018:
10.000 euro bezoldigingen ontvangen als werknemer
10.000 euro winst gemaakt als zelfstandige.
U mag tweemaal het forfait toepassen. De totale aftrekbare beroepskosten bedragen: 6.000 euro = 3.000 euro als werknemer (10.000 × 30 %) en 3.000 euro als zelfstandige (10.000 × 30 %). Beide forfaits afzonderlijk overschrijden de drempel van 4.720 euro niet. U kunt ze dus beiden volledig benutten.
Vergelijk met de situatie waar u maar één bezigheid hebt waarmee u 20.000 euro verkrijgt, of u maar één keer beroepskosten kunt aftrekken voor beide activiteiten. Maximale aftrek is dan 20.000 × 30 % = 6.000 euro, hier wel beperkt tot het maximum van 4.720 euro.
Let op: als u forfaitair wordt belast, kunt u daar bovenop niet de forfaitaire aftrek van beroepskosten toepassen.
Sociale bijdragen zijn categorie apart
Zelfs als u voor het forfait kiest, kunt u toch nog eerst (voor de forfaitaire aftrek) afzonderlijk uw socialezekerheidsbijdragen in aftrek brengen.
| 27.01.2022:
Minder Vlaamse successierechten op vriendenerfenis
Vlaanderen voerde midden 2021 de vriendenerfenis in. Die techniek laat u toe om aan niet-familieleden of ‘verre’ familieleden een deel van uw nalatenschap over te maken zonder dat de fiscus het grootste deel inpikt.
Lees meer
| 21.01.2022:
Wonen op kosten van de vennootschap… Soms wel, soms niet
De rechtspraak is niet eenduidig: als een vennootschap een woning in eigendom heeft, en deze woning enkel of vooral dient voor de huisvesting van de zaakvoerder, zijn de kosten verbonden aan die woning dan aftrekbaar? De rechtbank van Gent vond onlangs van niet, maar het hof van beroep van Gent vond op bijna hetzelfde moment van wel.
Lees meer
| 18.01.2022:
Liquidatiereserve en vennootschap-aandeelhouder
De liquidatiereserve laat een ondernemer die zich in een vennootschapsvorm organiseert, toe om een spaarpotje op te bouwen dat bij stopzetting van de vennootschap belastingvrij kan uitgekeerd worden. Maar die belastingvrijstelling geldt niet voor de aandeelhouders die zelf de vorm van een vennootschap hebben. Een oplossing biedt zich aan.
Lees meer