Geen toepassing van forfaitaire regeling meer voor wie GKS gebruikt
Ondernemingen die een witte kassa gebruiken, worden sinds 1 januari 2017 uitgesloten van de forfaitaire btw-regeling. Ze zijn sinds dan aan de gewone regeling onderworpen.
De witte kassa (GKS)
Horecaondernemingen moeten een geregistreerde kassa gebruiken als hun jaarlijkse omzet uit restaurant- en cateringdiensten meer dan 25.000 EUR bedraagt.
De forfaitaire btw-regeling
Kleine ondernemingen kunnen worden beschouwd als forfaitaire belastingplichtige. Voor hen stelt de btw-administratie, na overleg met de betrokken bedrijfsgroepering, forfaitaire grondslagen van aanslag vast. Zij betalen btw op basis van dit forfait, niet op basis van wat ze werkelijk omzetten. Dankzij deze regel kan de belastbare omzet van deze belastingplichtigen bepaald worden ook als ze niet over alle nodige documenten (facturen, ontvangstenboek) beschikken. Dat zorgt voor administratieve vereenvoudiging.
Tal van ondernemingen in diverse sectoren kunnen onder deze regeling vallen: kleinhandelaars in levensmiddelen en horeca-ondernemers, maar ook apothekers, drogisten, kleinhandelaars in schoeisel, schoenherstellers, kleinhandelaars in diverse textiel- en lederwaren, kleinhandelaars in ijzerwaren en gereedschappen, foornijveraars, kleinhandelaars in kranten en tijdschriften, kleinhandelaars in boeken en kleinhandelaars in tabaksproducten.
Binnen de forfaitaire regeling, bestaan er nog algemene forfaits en bijzondere forfaits.
Getroffen ondernemingen
Binnen de horeca bestaan er zoals gezegd dus ook heel wat forfaitaire belastingplichtigen. Als zij een witte kassa gebruiken, zullen ze geen forfait meer mogen toepassen. Het gaat dan specifiek om:
de consumptie-ijsbereiders;
de frituurexploitanten;
de caféhouders en kleine caféhouders;
de slagers en spekslagers;
de bakkers en brood- en banketbakkers.
Zij zijn dus met ingang van 1 januari 2017 ambtshalve aan de normale btw-regeling onderworpen.
| 27.01.2022:
Minder Vlaamse successierechten op vriendenerfenis
Vlaanderen voerde midden 2021 de vriendenerfenis in. Die techniek laat u toe om aan niet-familieleden of ‘verre’ familieleden een deel van uw nalatenschap over te maken zonder dat de fiscus het grootste deel inpikt.
Lees meer
| 21.01.2022:
Wonen op kosten van de vennootschap… Soms wel, soms niet
De rechtspraak is niet eenduidig: als een vennootschap een woning in eigendom heeft, en deze woning enkel of vooral dient voor de huisvesting van de zaakvoerder, zijn de kosten verbonden aan die woning dan aftrekbaar? De rechtbank van Gent vond onlangs van niet, maar het hof van beroep van Gent vond op bijna hetzelfde moment van wel.
Lees meer
| 18.01.2022:
Liquidatiereserve en vennootschap-aandeelhouder
De liquidatiereserve laat een ondernemer die zich in een vennootschapsvorm organiseert, toe om een spaarpotje op te bouwen dat bij stopzetting van de vennootschap belastingvrij kan uitgekeerd worden. Maar die belastingvrijstelling geldt niet voor de aandeelhouders die zelf de vorm van een vennootschap hebben. Een oplossing biedt zich aan.
Lees meer