Waar diensten lokaliseren voor de btw (B2B)?
De plaats van de dienst bepaalt in welk land btw verschuldigd is. Om te bepalen waar een dienst plaatsvindt, bevat het btw-wetboek een hele reeks lokalisatieregels. Voor belastingplichtigen die internationaal actief zijn, zijn deze regels erg belangrijk. Zij moeten immers weten waar ze btw moeten aanrekenen. De algemene regel is dat een dienst plaatsvindt, daar waar hij effectief wordt uitgevoerd. Er bestaan echter tal van uitzonderingen. We bekijken de lokalisatieregels in B2B-verband.
Wat is B2B?
B2B is 'business to business': uw afnemer is in dat geval een andere belastingplichtige. Daartegenover staat B2C of 'business to consumer' waarbij uw klant een gewone consument is. Als een belastingplichtige een dienst ontvangt in zijn privésfeer (bv. een ondernemer laat het sanitair in zijn woning herstellen), dan treedt hij niet op als belastingplichtige, maar als gewone consument en zijn de B2C-regels van toepassing.
Voor B2B-situaties en B2C-situaties gelden andere lokalisatieregels. In deze bijdrage focussen we op de B2B-situaties.
Waarom dienst lokaliseren?
Elke dienst moet worden gelokaliseerd. Dat wil zeggen: bepalen waar hij voor de btw plaatsvindt, om de juiste belasting te kunnen heffen. De regels zijn uiteraard vooral van belang als u een dienst verricht in een ander land van de EU. In dat geval zijn er immers verschillende mogelijke aanknopingspunten: bv. de plaats waar uw klant gevestigd is, de plaats waar u uw maatschappelijke zetel heeft, de plaats waar de dienst fysiek wordt gepresteerd, ...
Voorbeeld
Een Belgische schilder/behanger renoveert een restaurant gelegen in Duitsland. Is de Duitse btw van toepassing omdat de ontvanger daar gevestigd is of omdat de werken daar effectief worden uitgevoerd, of moet hij Belgische btw aanrekenen, omdat hij als dienstverrichter in België gevestigd is?
Hoofdregel: plaats waar de klant gevestigd is
Diensten verricht voor een andere belastingplichtige worden gelokaliseerd bij de klant. U moet dus kijken naar de plaats waar de zetel van economische activiteit van uw klant gelegen is. Heeft uw klant geen 'zetel van economische activiteit', dan telt zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats als plaats van de dienst.
Hieronder bespreken we kort de meest relevante uitzonderingen.
Uitzondering (1): ligging onroerend goed
Diensten die betrekking hebben op onroerende goederen worden gelokaliseerd waar het onroerend goed gelegen is.
Deze uitzondering omvat een brede waaier aan diensten: verbouwings- en verfraaiingswerken aan onroerende goederen, verhuur van opslagruimtes (garages, bergruimtes, magazijnen), het verlenen van gebruiksrechten op een onroerend goed, de activiteiten van een vastgoedmakelaar, diensten van een (binnenhuis)architect, studiewerk van een landmeter, tolheffing in tunnels, ter beschikking stellen van een kamer in een hotel, ...
Uitzondering (2): personenvervoer
Voor personenvervoersdiensten wordt de plaats waar het vervoer effectief plaatsvindt als plaats van de dienst beschouwd. Daarbij wordt rekening gehouden met de afstand die (in verschillende landen) wordt afgelegd: de dienst kan dus in verschillende landen plaatsvinden in geval van internationaal personenvervoer
Uitzondering (3): culturele, sportieve, educatieve evenementen
De dienst die er uit bestaat iemand toegang te verlenen tot een evenement (van culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve of vermakelijke aard), vindt plaats daar waar het evenement zelf fysiek doorgaat.
Nota bene: louter toegang verlenen tot een sportinstallatie/sportcomplex wordt niet beschouwd als 'toegang verlenen tot een (sportief) evenement'.
Uitzondering (4): restaurant- en cateringdiensten
Ook restaurant- en cateringdiensten worden gelokaliseerd daar waar de dienst materieel verricht wordt. Voor restaurant- en cateringdiensten aan boord van een schip, vliegtuig of trein geldt een bijzondere regel: deze diensten worden gelokaliseerd op de plaats van vertrek van het passagiersvervoer.
| 27.01.2022:
Minder Vlaamse successierechten op vriendenerfenis
Vlaanderen voerde midden 2021 de vriendenerfenis in. Die techniek laat u toe om aan niet-familieleden of ‘verre’ familieleden een deel van uw nalatenschap over te maken zonder dat de fiscus het grootste deel inpikt.
Lees meer
| 21.01.2022:
Wonen op kosten van de vennootschap… Soms wel, soms niet
De rechtspraak is niet eenduidig: als een vennootschap een woning in eigendom heeft, en deze woning enkel of vooral dient voor de huisvesting van de zaakvoerder, zijn de kosten verbonden aan die woning dan aftrekbaar? De rechtbank van Gent vond onlangs van niet, maar het hof van beroep van Gent vond op bijna hetzelfde moment van wel.
Lees meer
| 18.01.2022:
Liquidatiereserve en vennootschap-aandeelhouder
De liquidatiereserve laat een ondernemer die zich in een vennootschapsvorm organiseert, toe om een spaarpotje op te bouwen dat bij stopzetting van de vennootschap belastingvrij kan uitgekeerd worden. Maar die belastingvrijstelling geldt niet voor de aandeelhouders die zelf de vorm van een vennootschap hebben. Een oplossing biedt zich aan.
Lees meer