Successie- en registratierechten: kan een gesplitste aankoop vruchtgebruik en blote eigendom nog?
Als u samen met uw kinderen een onroerend goed wil kopen, kan u dat bijvoorbeeld doen via een gesplitste aankoop. De fameuze nieuwe antimisbruikbepaling, die nu ook van toepassing is in de successierechten, zou echter wel eens roet in het eten kunnen gooien. We lichten toe.
Wat is een gesplitste aankoop?
Bij een gesplitste aankoop wordt de gekochte eigendom letterlijk in twee delen gesplitst: blote eigendom en vruchtgebruik. De ene partij koopt de blote eigendom en de andere het vruchtgebruik. In de private sfeer werkt dit als volgt : de ouders kopen het vruchtgebruik en de kinderen kopen de blote eigendom.
Ook in de professionele sfeer wordt deze techniek vaak gebruikt. In dat geval koopt de vennootschap het vruchtgebruik (tegen het grootste deel van de prijs), waarbij de (enige) aandeelhouders/zaakvoerders de blote eigendom kopen. Op deze techniek gaan we hier niet verder in.
Wat is het voordeel?
Een gesplitste aankoop is een handige techniek voor successieplanning, omwille van de burgerrechtelijke kenmerken van het vruchtgebruik. Bij het overlijden van de ouders zal het vruchtgebruik immers uitdoven. Dit wil zeggen dat de kinderen die de blote eigendom bezitten, op dat moment automatisch de volle eigendom verwerven, zonder op het onroerend goed successierechten te moeten betalen.
Deze techniek wordt door de fiscus bestreden
Het wetboek Successierechten bevat echter een specifieke antimisbruikbepaling waarmee de fiscus deze techniek kan bestrijden (art. 9 W.Succ.) : de ouders worden vermoed niet het vruchtgebruik maar de volle eigendom gekocht hebben, zodat bij hun overlijden toch successierechten aangerekend worden op de (fictieve) overgang van de volle eigendom.
De kinderen kunnen dat vermoeden wel weerleggen, door aan te tonen dat ze de blote eigendom met eigen middelen betaald hebben. Dat tegenbewijs is in feite vrij eenvoudig.
Maar wat als de ouders het geld waarmee de kinderen de blote eigendom kopen, eerst schenken (bv. via een handgift) ? Volgens de fiscus zijn het dan de ouders die (onrechtstreeks) het vruchtgebruik én de blote eigendom financieren. Hoewel er volgens de letter van de wet in feite geen probleem is. Daarom aanvaardde de fiscus onder bepaalde voorwaarden een dergelijke werkwijze. Artikel 9 van het W.Succ. is niet van toepassing als de ouders eerst een handgift doen aan de kinderen en zij samen vervolgens een onroerend goed aankopen in respectievelijk vruchtgebruik en blote eigendom.
Wat na de nieuwe antimisbruikbepaling?
De vraag rijst of deze planningstechniek ook na de nieuwe antimisbruikbepaling nog toegepast kan worden. De staatssecretaris voor fraudebestrijding wil zich er nog niet definitief over uitspreken. Voorlopig sluit hij niet uit dat de algemene antimisbruikbepaling toegepast zal worden, wanneer een handgift wordt gevolgd door een gesplitste aankoop van vastgoed waarbij de ouders het vruchtgebruik kopen en de kinderen de naakte eigendom. In dat geval wordt artikel 9 immers gefrustreerd.
Het is momenteel dus afwachten welk standpunt de administratie in de praktijk gaat innemen.
| 24.02.2021:
Bestuursmandaat … om voldoende leden te hebben
De hoedanigheid van bestuurder van een vennootschap of van een vzw heeft juridische gevolgen. Ook als u die hoedanigheid slechts pro forma heeft of als vriendendienst. Het Hof van Cassatie bevestigt dat elke individuele bestuurder verplicht is toezicht te houden op de medebestuurders, ook al was dat mandaat niet echt zo bedoeld.
Lees meer
| 22.02.2021:
Btw-controle van permanent verlieslatende activiteiten
Wie zijn (uit de hand gelopen) hobby in een zelfstandige activiteit omzet om de verliezen ervan te kunnen aftrekken van andere inkomsten, moet uitkijken. Via datamining haalt de fiscus ondernemingen die permanent verlies lijden eruit en wordt, na controle, het verlies van de activiteit op nul gezet. Nu zet de fiscus de aanval ook in op de btw-aftrek.
Lees meer
| 15.02.2021:
Het saldo van uw bankrekening in handen van de fiscus
Sinds 2014 moeten banken aan het Centraal Aanspreekpunt of “CAP” laten weten wie er allemaal een rekening heeft bij Belgische banken. Dat laat de fiscus toe om, bij een onderzoek, met slechts één vraag aan het CAP, kennis te krijgen van de rekeningen van een belastingplichtige. Het saldo moest niet gecommuniceerd worden. Maar dat is veranderd op 1 januari 2021.
Lees meer